Hongerige Wolf - Reisverslag uit Hongerige Wolf, Nederland van Marjon Moed - WaarBenJij.nu Hongerige Wolf - Reisverslag uit Hongerige Wolf, Nederland van Marjon Moed - WaarBenJij.nu

Hongerige Wolf

Door: Marjon Moed

Blijf op de hoogte en volg Marjon

25 Juli 2014 | Nederland, Hongerige Wolf

Hongerige Wolf.

Een plaatsje in Noord-oost Groningen dat 1x per jaar decor is voor het gelijknamige muziek en theater festival. Aards en weids.
Het is Oerol meets Loeren bij de Boeren.
Een plaatsje met 70 inwoners en een buurthuis en bingo.
Met inwoners die stijf zouden moeten staan van de stugheid.

Ik belde Gesie.
“Hoi Gesie, ik vroeg me af of er nog plek is bij jullie op de camping.”
“Joa, zoek moar n plekkie. Er moet’n nog wel wat mens’n kom’n moar die zijn er nog niet.”
“Ok. En wat kost het?”
“10 euro per persoon per nacht. Ik heb ook ontbijt. Moet je wol zelf smeren.”

Dat leek me geen probleem.

Gesie is een vrouw met een paardje in haar achtertuin.
Het paardje moest naar de slacht. Vond ze zielig.
“Zet maar in de tuin.”

Een tuin die nauwelijks groter is dan die van mijn ouders. Ik begrijp dat veel mensen niet weten hoe groot de tuin van mijn ouders is, maar iedereen die gewoon ouders heeft met een gewone tuin weten hoe zo’n tuin er ongeveer uit ziet.
Kippen, geiten, poezen, konijnen.
Gesie heeft ook een hondje dat aan de achterkant van zijn lijf een draadje heeft, waaraan een tumor in de vorm van een wilde perzik bungelt. Pijnlijk lachwekkend. Maar niet voor Gesie. Zij wil hem niet naar de dokter brengen omdat ze bang is dat hij een spuitje krijgt. Volgens Gesie heeft de hond zelf er geen last van. Hoe ze dat weet snap ik niet. Maar misschien praten Groningse honden wel net zo moeilijk over hun gevoelens als hun baasjes zelf.

Gesie vertelt honderd uit over alle gasten die ze verwacht. De linker koelkast ligt vol met kaas en cervelaatworst, de rechter vol met blikjes frisdrank en op tafel staan de cracottes en beschuiten klaar.
Zelf smeren.
Vorig jaar stonden er 22 mensen in haar tuin, en sliepen er zelfs mensen op de bank in huis. Het maakt Gesie allemaal niks uit, iedereen is welkom.
Gesie vertelt vol trots over ‘de mensen van het jeugdjournaal’. Die slapen al vanaf de eerste editie van het festival in het tuinhuisje, wat niet veel meer is dan een aantal stoeptegels met een dak boven hun hoofd. Er staat een wasdroger en een vitrinekast met spullen waarvan je zou verwachten dat Gesie ook deze van de slacht heeft willen redden.

Een paar minuten later krijgt Gesie een teleurstellend smsje van ‘de mensen van het jeugdjournaal’ , dat ze dit jaar niet zullen komen omdat ze bij familie in de buurt slapen.
Gesie reageert nauwelijks, de enige uiting die ze aan haar ongenoegen geeft is ons te melden dat ze heus niks terug gaat sturen.
“Jullie mogen in het tuinhuisje.”
Naast 2 fietsende vrouwen die maar 1 nachtje blijven komt er verder het hele weekend niemand meer.
Die 144 plakken kaas die in de koelkast liggen komen vast wel op.
Het is zoete inval bij Gesie.
En iedereen helpt mee met het festival.

Man Roelf komt af en toe aanwaaien wanneer zijn hamburger-bak-dienst in het buurthuis erop zit. Ze moeten zondag naar de Macro want de cola en de mayo is op.
Roelf is niet zo goed te verstaan, dus inhoudelijk kan ik weinig over hem vertellen.

Zoon Kevin komt af en toe langs aan en vertelt over alle verwondingen die hij heeft opgelopen tijdens zijn vrijwilligerswerk. Zijn vriendin Rosanne brengt hem af en toe wat geld. Maar niet alles tegelijk. Daar kan hij niet mee omgaan. Dat zij het goed hebben samen valt af te leiden aan het aantal jaar dat ze al samen zijn, en aan de geluiden die we uit het open raam hoorden komen toen we ’s avonds thuiskwamen.
Rosanne vertelde de volgende ochtend dat ze spierpijn heeft. Ik wilde niet verder vragen. Gelukkig zei ze zelf dat het kwam van het vele fietsen. Ik vond het allang best.

Dochter Michelle bespreekt haar drankgebruik, en dat van haar vriendin Sarah met gay best friend Edwin , die kind aan huis is en een tweede moeder in Gesie heeft gevonden. Michelle heeft die nacht met buurjongen Maarten gezoend, maar dat bestempelt ze als een foutje. Edwin vraagt zich af waarom mensen die niet willen zoenen vaak wel zoenen en mensen die wel willen zoenen dat niet lukt. Op het moment van afvragen heeft hij nog 2 avonden om hier een sluitend antwoord op te vinden.

Gesie werkt als schoonmaakster, 6 ochtenden in de week. Als ik haar vraag waar ze dit dan doet zegt ze dat ze dit liever niet vertelt. Wij willen het liever wel weten dus zeggen voor het gemak dat het ons echt niks uitmaakt. Gesie is al snel gerustgesteld en vertelt ons dat ze schoonmaakt in een erotische massagesalon. Vindt ze heerlijk. Niet dat ze er zelf wat mee heeft, en ja soms komst ze nog wel eens een verloren blote kerel tegen, maar ze rijdt er elke dag met veel plezier naar toe.

Volgende week gaan Gesie, de meiden en Edwin naar een ladies party. Met van die dildo’s. Bij een vriendin van de vriendin van haar zoon ergens in een dorpje verderop.
Gesie is al eerder bij zo’n party geweest. Toen zei de verkoopster dat er een soort gel op het toilet stond waar je (Gesie spreekt: ) flamoes van gaat tintelen. Nou, mooi niet dat zij die avond naar het toilet ging. Niemand ging. Want dan gaan de mensen denken. En ondanks dat het Gesie niks interesseert -laat staan uitmaakt- wat mensen van haar denken, is dat toch het ergst denkbare op zo’n party.

Gesie vertelt over nog een gebeurtenis waarbij ze heel lang niet naar het toilet was geweest. 2 jaar geleden ging ze voor het eerst in haar leven op vakantie. Met Anita. Een vriendin. Die had het allemaal geregeld. Met het vliegtuig naar Tenerife. Heerlijk. Maar oh zo spannend. 2 uur lang hadden ze met trillende handen en de handbagage op schoot naar de gate zitten turen, uit angst om het vliegtuig te missen. Gesie gaat weer even verzitten. Ze gaat verzitten zoals Bert Visser dat doet.
Ze steekt een sigaret op en begint haar volgende verhaal. En het volgende. En het volgende.
Ik geloof niet dat ze weet wat ik doe.

Wij lopen richting het festival terrein waar we een tussenstop maken bij de theetuin van Marie. Ze is officieel nog niet open, maar we mogen toch binnen komen. Marie, een echte Rotterdamse, verhuisd naar Groningen. Staat in een pyama achtig gewaad druk te koken en te bakken, loopt druk heen en weer en vertelt honderd uit over het leven in Groningen. Dat je er nooit helemaal bij gaat horen. Dat je accent de eerste paar maanden nog charmant gevonden wordt, maar dat daarna toch echt wel van je verwacht wordt dat je Gronings gaat praten. En over dat ze met een negertje is getrouwd. Van alles wat je zoal tegenkomt in Hongerige Wolf is hij toch wel het meest zeldzame.

Tante Beb uit Hoogvliet is een weekje bij Marie op bezoek. Een vrouw van 83 die nog elke week naar yoga fietst. Zo een. Lekker fit blijven. Zorgen dat je nog niet naar een tehuis moet. Wat er in deze tijden sowieso niet inzit. Thuiszorg ken je krijgen. Een tehuis is veel te duur. Volgens Marie ken je je laatste jaren nog beter op een cruiseship gaan wonen. Is bijna nog goedkoper en je krijg elke dag iets anders te eten, je bed wordt elke dag verschoond. En entertainment, ja toch ?
Marie zou vooral als oud vies vrouwtje naar de ontblote bovenlijven van al die lekkere jonge mannen staat te loeren.
Na een niet al te best glas rode wijn is het tijd om te gaan.
Ik geloof niet dat ze weet wat ik doe.

Tijdens een middelmatige voorstelling met 3 stereotypen personages (Hoi ik ben Charlotte en ik ben heel materialistisch en koop liever spullen dan dat ik iets doen voor mijn medemens hoi ik ben Madelief en ik geef niet om spullen en sta bol van de boedistische quotes en hoi ik ben Anna en ik probeer de andere twee met elkaar te verbinden en ben ondertussen zelf ook nog op zoek naar wie ik nou eigenlijk zelf ben en uiteindelijk zijn we alledrie ongelukkig en heeft elk huisje z’n kruisje wij hopen dat het publiek op hun eigen leven gaan reflecteren en jemig wat zit die schuur vol zoveel mensen hadden we echt niet verwacht – daargelaten het feit dat er niet veel keus was op dit moment van de dag en als er dan 100 mensen uit fatsoen de voorstelling wegklappen het al snel heel wat lijkt- jemig ik kan bijna niet ophouden met glimlachen want zoveel succes hadden we nooit verwacht dank u voor u komst u kunt daar naar buiten like ons op facebook doei) komt een vader aangelopen met zijn 9-jarige zoon. Net op het moment dat ze bij de opening staan klinkt luidkeels de tekst: “Ik ga naar huis om te neuken”. De vader legt zijn hand op de schouder van zijn zoon en drukt hem met zachte hand precies in de richting van waar ze enkele seconden geleden vandaan kwamen. Ik vermoed dat hij zoiets gezegd zal hebben als: "Kom, laten we maar gewoon een ijsje gaan eten". Het leek mij een goede vader. En het mooiste moment van de voorstelling.

Ik zie een man voorbij lopen die lijkt op Joop van den Ende. Dat vertel ik hem ook. Hij vindt zelf dat hij meer lijkt op Herman van Veen. In elk geval, we raken aan de praat. Joop heet Ties en heeft een gepimpte voertuig op het terrein staan waar hij dingen verkoopt. Het eerste drankje is van hem, en zijn recepten geheim.
Hij vertelt over zijn ‘laat-relatie’. Laat ja. De associaties met bekende Nederlanders vliegen me om de oren. Ik kan er niks aan doen, maar op een of andere manier moet ik bij het uitspreken van ‘laat-relatie’ aan Ramses Shaffy denken.
R.I.P.

We hebben een gesprek met Ties en zijn goede vriend Harold. De dochter van Harold werkt in de tent van Ties. Harold heeft tegen zijn dochter gezegd dat ze wel even pauze mag nemen na het door Ties geaccordeerde toiletbezoek.
Ties is boos op Harold omdat hij dat niet had mogen doen.
Harold snapt dat en erkent zijn eigen falen.
Ties vindt het nodig Harold zijn falen nog 16 keer te herhalen.
Harold vindt dat niet.
Ties vindt van wel.
Harold niet.
Iets met ruzie.

Even daarvoor hebben we gehoord dat de vrienden het vaak niet met elkaar eens zijn, maar elkaar wel in hun waarde laten.
Harold is zo monogaam als het maar zijn kan. Ties twijfelt aan zijn monogamiteit tenmidden van zijn ‘laat-relatie’ en worstelt daarmee. Vooralsnog gaat hij alleen nog vreemd in gedachte, wat tot nu toe bevredigend genoeg is voor hem.
De rest van het festival heb ik hem gelaten.

Dat het af en toe keihard regende was geen probleem.
Gesie had paardrijlaarzen in de maten 37 t/m 41. Maakte haar niks uit.
Dat het af en toe heel ver lopen was, was geen probleem.
Gesie had wel een fiets. Maakte haar niks uit.

Ik vraag Gesie tijdens het ontbijt naar haar tatoeages.
Ze heeft er 3.
Een prikkeldraadrandje om haar arm en een gezellig enkelbandje. Dat vindt ze denk ik oprecht mooi en praktisch.
De derde tatoeage zijn twee rozen op haar borst vlak boven haar hart. Die zijn voor haar ouders. Allebei veel te jong gestorven.
Het ergste vond ze om tegen haar kinderen te moeten zeggen dat opa was overleden. Dat kreeg ze haar strot niet uit. Dat moest haar man Roelf maar doen.
Haar dochter was toentertijd te jong om de dood te snappen. Tegen haar zoon had ze gezegd dat opa een sterretje was geworden.
’s Avonds toen het donker was hadden ze naar de sterren gekeken en had Gesie gezegd dat hij er eentje uit mocht kiezen.
Dat was opa.
Zowel opa als oma zijn uitgestrooid op zee. Zoals ze hadden gewild. Elk jaar met hun verjaardagen en sterfdagen lopen ze naar de pier en gooien ze 2 rozen in het water.
Gesie knippert een paar keer net zo snel met haar ogen als dat ze soms gaat verzitten, alsof ze haar traanvocht zo snel mogelijk wil afvoeren. Ongemakkelijk en op weg naar het volgende verhaal.

In Hongerige Wolf heb ik de meest heerlijke salade ooit gegeten.
Lebbis schreef ooit een stuk over hoe eten je gelukkig kan maken. Een verliefd gevoel kan geven. Dat had ik in Hongerige Wolf.
Tot 3 keer toe.
In 1 weekend.
Dat doen maar weinig mannen die salade na.

Tussen de salades door heb ik heel veel mensen gesproken. Of laat ik zeggen, naar mensen geluisterd. Knap hoe sommige mensen ellenlange antwoorden kunnen geven op vragen die ik niet heb gesteld.
Eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik een paar van deze mensen na de eerste ontmoeting heb ontweken.

Op zondag om 22.00 uur gaat alles in de fik.
Iedereen weet dat vuur iets bijzonders is. En nooit verveeld. Dat je er uren naar kan turen zonder dat je weet waar je nou eigenlijk over hebt nagedacht.
Het hele decor van Hongerige Wolf - inclusief de enorm grote wolvenkop, gemaakt van pallethout- gaat in de hens.
Alle bezoekers staan in een grote cirkel om het enorme vuur heen.

Een jongen – waarvan je zou kunnen zeggen dat hij niet helemaal honderd is- is wanhopig op zoek naar zijn lege olievat. Als hij hem heeft teruggevonden slaat hij er onophoudelijk op los. Alsof hij iemand heeft gevonden die moet luisteren naar zijn woordeloze antwoorden op vragen die nooit zijn gesteld. Soms moet dat gewoon.

Honderdduizenden vonkjes schieten door de lucht.
Vergankelijke sterretjes.
Mensen en verhalen die niet zijn overleden, maar wel voorbij gaan.

Naar huis.
Hongerige Wolf.
Ik kan wel janken zo mooi.

Mijn hoofd gloeit.













Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nederland, Hongerige Wolf

Mijn eerste reis

Recente Reisverslagen:

25 Juli 2014

Hongerige Wolf

02 April 2011

Bye Bye Blog

24 Februari 2011

Aardbeving.

14 Februari 2011

Valentijnsdag 2011

01 Januari 2011

Prettige haarwisseling !
Marjon

Actief sinds 06 Juli 2010
Verslag gelezen: 4791
Totaal aantal bezoekers 41705

Voorgaande reizen:

20 September 2010 - 30 April 2011

Mijn eerste reis

Landen bezocht: